Drie vermiste US-bevrijders eindelijk terecht

Rozetten bij namen op Walls of the Missing

26 juni 2017

Drie Amerikaanse bevrijders die zo’n 73 jaar lang als vermist te boek stonden, zijn nu geïdentificeerd. Een van hen is inmiddels in Amerika naast zijn vader herbegraven.

Bij de namen van deze drie gesneuvelden op de Muren van Vermisten op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten, zijn vrijdag 19 mei  rozetten geplaatst, om aan te geven dat de drie mannen zijn gevonden en geïdentificeerd. De adoptanten van de drie hebben de rozetten bij de namen op de muren geschroefd, tijdens een korte ceremonie op de begraafplaats.

John Sersha die als onbekend soldaat begraven was in Neuville-en-Condroz ten zuiden na Luik, is vorig jaar eind mei in Eveleth  in Minnesota naast zijn vader begraven, met militaire eer. John sneuvelde, 20 jaar jong, bij de Slag om Arnhem in september 1944. Hij was daar met een zweefvliegtuig veilig geland. Toen hij met een bazooka-eenheid op weg was om een Duitse stelling bij de Kiekbergse bossen aan te vallen, keerden de drie mannen niet terug van die missie.

Sersha’s lichaam werd in 1948 in die bossen gevonden door de Amerikaanse gravendienst. Hij kon toen niet worden geïdentificeerd. Zijn naamloos stoffelijk overschot ging naar Neuville, in de Muur van Vermisten in Margraten werd zijn naam gebeiteld. Johns broer Paul, nu 97 jaar, heeft zich zijn hele leven ingezet om te achterhalen wat John was overkomen en waar hij begraven was. Dankzij de inzet van een Amerikaanse senator werd het graf in Neuville geopend.  DNA-onderzoek, waarvoor Paul bloed had afgestaan, gaf uiteindelijk zekerheid.

Ook parachutist Gene Appleby sneuvelde op 18 september bij Arnhem. Hij bleef vermist, tot zijn lichaam in 2011, samen met dat van Gerald Kight werd ontdekt bij de boerderij Groenendaal aan de Wylerbaan in Groesbeek. Kight kon meteen aan de hand van zijn identiteitsplaatje en portefeuille worden geïdentificeerd en bij zijn naam op de Muur van Vermisten staat inmiddels een rozet. Maar het duurde geruime tijd voordat de identiteit van Appleby kon worden vastgesteld, uiteindelijk met behulp van het DNA van familieleden..

Jachtvliegtuig
De derde militair die nu niet meer als vermist op de muur staat, William Gray, was piloot van een jachtvliegtuig. Hij beschoot op 16 april 1945 bij Lindau, Sachsen Anhalt, Duitsland een vrachtwagen. Daarvoor dook hij zo diep naar beneden dat zijn vliegtuig een boomtop raakte en neerstortte. Pas in 2012 werden zijn stoffelijke resten gevonden en uiteindelijk geïdentificeerd door de DPAA in Hawaï. Deze dienst, de Defense POW/MIA Accounting Agency probeert wereldwijd vermiste krijgsgevangen (Prisoners Of War) of tijdens gevechten gesneuvelde maar vermiste Amerikanen (MIA, Missed in Action) op te sporen en te identificeren. De dienst doet daarvan verslag op de site www.dpaa.mil. Bij 85 van de 1722 namen op de Muren van Vermisten staan nu rozetten, omdat hun lichamen inmiddels zijn gevonden en de identiteit is vastgesteld.

Superintendent Keith Stadler van de begraafplaats vertelde tijdens de ceremonie dat hij op korte termijn verwacht dat een tot nu toe onbekende soldaat van het ereveld in Margraten zal zijn geïdentificeerd. Diens resten zijn in Hawaï bij de DPAA onderzocht. Er loopt nog onderzoek naar enkele andere in Margraten begraven onbekende soldaten.

John Sersha, die in de Slag om Arnhem sneuvelde, werd in 1948 gevonden maar het duurde bijna 70 jaar voordat met moderne technieken zijn identiteit kon worden vastgesteld.

Adoptant Nicole Spronken schroeft een rozet bij de naam van ‘haar’ soldaat op de muur vermisten, ten teken dat hij nu geïdentificeerd is.