Adoptanten kregen niet altijd bericht repatriëring soldaat
14 augustus 2017
“Hi Honey”, riep een Amerikaanse soldaat begin 1945 in Heerlen tegen twee wandelende meisjes. “I’m not honey,” reageerde Gerry, en ze wees op haar vriendin: “She is Hannie!” Schaterlachend liepen de twee verder.
Hannie Benne-Mulders, nu 92 jaar, herinnert zich het voorval levendig. Al sinds 1952 woont ze in Hoek van Holland. De liefde bracht haar daar. Zij nam na het overlijden van haar vader het door hem geadopteerde graf in Margraten van soldaat eerste klas Warren Combs over. Maar onlangs meldde zij zich bij de adoptiestichting om het graf terug te geven, om het opnieuw te laten adopteren. Toen pas bleek dat soldaat Combs’ overschot al in 1949 was gerepatrieerd. Daarover is de familie Mulders kennelijk nooit geïnformeerd. De Amerikanen waren in de jaren vijftig niet erg scheutig met informatie over wie van de in Margraten begraven militairen terug ging naar de Verenigde Staten. Die namen werden pas jaren nadien vrijgegeven.
Bij de heropening van de heringerichte begraafplaats Margraten in juni 1960 door koningin Juliana waren dus duizenden adoptanten ‘hun’ soldaat kwijt. Het Burgercomité dat toen de adoptie regelde, heeft kennelijk niet iedereen daarover kunnen berichten. “Want we kregen nog een boek, Crosses in the Wind, toen onze adoptie vijftig jaar oud was”, zegt Hannnie. Adoptanten zoals zij, die ver van Margraten wonen en er zelden of nooit kwamen, bleven dus in de veronderstelling dat ze nog adoptant waren. Trouwe bezoekers van het graf van hun soldaat waren al eerder geconfronteerd met het feit dat het geadopteerde graf niet meer bestond.
Hannie woont nog zelfstandig, de benen zijn wat stram, de geest is zeer levendig en vol verhalen. Wie met haar over de oorlogsjaren begint, is een hele middag aan het luisteren.
Hannie Mulders’ vader was huisbeheerder bij het pensioenfonds AMF van de Staatsmijnen. Zij werd assistente van een van de tandartsen die het AMF werkten. Toen de Duitsers het AMF-kantoor opeisten verhuisden kantoren en het gezin Mulders naar het Oranje Nassau paviljoen aan de Valkenburgerweg. Maar ook in die ON-ontvangstvilla was het een komen en gaan van Duitse eenheden. Na 17 september 1944 waren er Amerikanen ingekwartierd, vooral Military Police, de 174e compagnie. Met een aantal van die MP’s heeft ze vele jaren gecorrespondeerd.
De mensen in Heerlen en zeker aan de drukke Valkenburgerweg hadden al snel in de gaten welke trieste lading de vele vrachtwagens hadden die vanuit Duitsland kwamen. “We gingen wel eens met de fiets naar Margraten kijken. Dan zag je soldaten, vaak zwarte, die in een graf bezig waren waaroverheen een tentje was gezet.
Hannie herinnert zich wel nog een bezoek aan Margraten, vermoedelijk 1947, toen koningin Wilhelmina eind mei aanwezig was op Memorial Day. “We waren met de trein naar Maastricht gegaan en naar Margraten gelopen. Teruglopend na de plechtigheid kregen we een lift van een Amerikaanse vrachtwagen die naar Antwerpen moest. Die jongens hebben ons keurig bij het station in Maastricht afgezet.”
Dat een oorlog twee kanten heeft, ervaart Hannie in Hoek van Holland. Tegenover haar woont een hoogbejaarde dame van Duitse komaf. Haar eerste vriend was U-Boot matroos maar hij ging in de laatste dagen van de oorlog met zijn schip ten onder. Nog ieder jaar gooit de vrouw op zijn sterfdag vanaf de strekdam Noorderhoofd bij het strand van Hoek van Holland een bos bloemen in zee.